Woudreuzen op Het Loo, Apeldoorn

Apeldoorn is een in oppervlakte forse gemeente met binnen haar grenzen flinke bosgebieden, maar ook binnen de bebouwde kom meer dan 50.000 straat- en parkbomen. Daarnaast staan veel mooie bomen in tuinen. Onder deze bomen bevinden zich heel wat bijzondere exemplaren. Op de lijst van bijzondere bomen staan 5.000 bomen vermeld. De gemeente heeft al enkele decennia een voortvarend boombeschermingsbeleid, waarbij de naam van Anton Dekker, boomspecialist van de afdeling groen, niet onvermeld mag blijven.

Een speciale positie neemt Koninklijk Paleis Het Loo met haar grote park- en bosgebied in.

De Koningslaan

Paleis het Loo is niet alleen ons grootste en bekendste Koninklijk Paleis. De omgeving van het Loo is tevens één der fraaiste park en bosgebieden van Nederland, een must voor de liefhebber van oude en indrukwekkende bomen. Het Paleis werd rond 1685 gebouwd in opdracht van  Stadhouder Koning Willem III. Hij liet ook de Paleistuin aanleggen evenals de grootse lanenstructuur rond het Paleis. Men is op het terrein van Het Loo zeer zuinig geweest op de toen aangeplante bomen. Hierboven een stukje van de Koningslaan in het park ten westen van het Paleis. 

Langs de Koningslaan, die voor het Paleis langsloopt en meerdere kilometers doorloopt in westelijke richting, staan nog altijd meerdere in 1686 aangeplante zomereiken. Deze eiken zijn met hun 324 jaar vermoedelijk de oudste laaneiken van ons land. Verscheidene exemplaren zijn nog in goede conditie, met name in het gedeelte ten westen van het Paleis en aan enkele korte zijlanen. De eiken in de zogenaamde ganzenvoet vlak voor het Paleis zijn wel in 2006 gekapt en vervangen door jonge exemplaren. Hun conditie was zodanig achteruit gegaan dat men het risico van handhaven te groot achtte. De beukenlanen uit de periode van aanleg, onder andere voor het Paleis, zijn allemaal al vervangen in de loop van de negentiende eeuw.


Langs de eerste zijlaan van de Koningslaan ten westen van het Paleis staat tussen de vele zomereiken een door het fraaie, langstelige en regelmatige blad duidelijk herkenbaar wintereikenduo. Getweeën kunnen ze niet alleen wedijveren met de mooiste zomereiken in het lanenstelsel, maar het zijn ook de grootste en oudste wintereiken die ik in Nederland weet te staan: beide hebben een stamomtrek van ruim 4 m en een hoogte van 32 m bereikt. Helaas wordt de wintereik zeer weinig aangeplant in Nederland vanwege de schaarse beschikbaarheid van zuivere eikels of plantgoed. De wintereik groeit nl zeer goed op de matig voedselrijke hoger gelegen zandgronden als bij Het Loo en vormt daar vaak langere en rechtere stammen dan de zomereik. Daarnaast wordt hij minder geteisterd door insecten en heeft gemiddeld groter en gaver blad. Meer forse en oude wintereiken zijn enkele kilometers noordwestelijker te zien in de bossen van Hoog Soeren, met name bij het Aardhuis en bij de Spaansche Kappen ten noorden van de Echoput.

De eikels van de wintereik op 't Loo. Typerend zittend zonder steel. Terwijl de omringende zomereiken in augustus 2007 vol hangen met een zware eikelvracht, is bij deze wintereiken mede door het geringe aantal soortgenoten in de omgeving slechts een handjevol eikels te zien.  

De Eik bij het standbeeld van Frederik Hendrik

Schuin vóór Paleis het Loo staat op het grasveld een standbeeld van Frederik Hendrik, de Stedendwinger. Ernaast staat één van de mooiste en meest harmonieus gegroeide zomereiken van ons land. Hij is zeer waarschijnlijk tegelijk met de Koningslaan in 1686 geplant en overtreft dankzij zijn geheel vrije stand alle daarin staande eiken gemakkelijk in dikte en kroonomvang. De 325 jarige eik heeft een hoogte van 27 m, een stamomtrek van 601 cm en een kroonbreedte van 30 m. Deze reus wekt, met zijn puntgave stam en dito kroon, de indruk nog vele jaren mee te kunnen.

Een wintersilhouet van dezelfde eik. Andere indrukwekkende solitaire bomen staan in het Paleispark en in de Paleistuin. Bij de restauratie in de tachtiger jaren van de barokke Paleistuin uit de late 17e eeuw wilden de restaurateurs deze rond 1800 aangeplante bomen kappen, maar met name Koningin Juliana heeft dit weten te verhinderen. Van de oude bomen resteert daar nog een grote tulpenboom. In het park rond het jachtslot het Oude Loo staat ook een oude tulpenboom. In dit gedeelte, dat alleen in april en mei toegankelijk is, zijn ook prachtige eiken, beuken, linden, douglassparren en levensbomen te bewonderen. Een zomereik met een hoogte van 37 meter en een omtrek van 530 cm behoort tot de grootste van ons land. Ook in de wel jaarrond toegankelijke bossen net ten noorden van de Paleistuin staan zeer hoge en oude eiken en beuken. 

Het hoogste Douglasbos van Nederland

In het Paleispark, direct achter de Koninklijke Stallen is één van de oudste aanplanten van Douglassparren van Nederland te vinden: deze bomen zijn tussen 1860 en 1870 uit de VS ingevoerd en aangeplant door Koning Willem II. De argeloze wandelaar zal wellicht bespeuren dat hij hier met voor Hollandse begrippen uitzonderlijk hoge bomen te maken heeft. De Douglassen voelen zich duidelijk goed thuis op Het Loo: de beschutte ligging achter het Veluwemassief, de relatief hoge neerslag en de lemige zandbodems zijn gunstig. Deze Douglassparren zijn duidelijk van plan om hun naam als één na hoogste boomsoort op aarde hier te bevestigen. Schattingen van de hoogte van de Douglassen bij Het Loo kwamen eind jaren tachtig tot 52 meter. In 2010 hebben Leo Goudzwaard en ik de hoogte betrouwbaar gemeten met een Nikon Forestry 550 laser ranger. Het hoogste door ons gemeten exemplaar blijkt 50,3 meter, naast verschillende exemplaren van 45 tot 49 m. Dit zijn met grote zekerheid de hoogste bomen in ons land. 
In het zeer regenrijke Schotland en Wales zijn, in beschutte valleien met behulp van laserapparatuur inmiddels al Douglassparren van dezelfde leeftijd tot 64 m hoogte gemeten. 
Andere hoge naaldbomen bij het Loo zijn een fijnspar van 42,1 m, een Weymouthden van 38 m en enkele Thuja's (reuzenlevensbomen) tot 39,8 meter.

In de niet toegankelijke privé-tuin van Prinses Margriet en  Mr. Pieter van Vollenhoven, ten noordoosten van de Paleistuin, staan veel fraaie coniferen, waaronder vier grote Mammoetbomen (welke alle vier een omtrek van 6 tot 7 meter hebben bereikt) en een fraaie Moerascypres met flinke luchtwortels. 

De kenmerkende rode en ruwe stammen van enkele Douglassen langs een laan. Het dikste exemplaar op het Loo staat het theehuis aan de beeldenvijver in het park rond het Oude Loo, heeft een omtrek van 539 cm en is tevens de dikste Douglasspar van Nederland. De Douglass is vrij veel aangeplant in Nederland en de omringende landen vanwege zijn snelle groei en uitstekende houtkwaliteit.

Op deze foto is enigszins een indruk te krijgen van de grote hoogte van de Douglassparren van Het Loo. Het rechter exemplaar is ruim 46 m hoog. 

De Douglas Spar (Pseudotsuga menziesii) is inheems in het westen van de VS en Canada. Deze boomsoort is in 1792 ontdekt door Archibald Menzies en in Europa geïntroduceerd door David Douglas in 1826, beiden afkomstig uit Schotland. 
In Nederland is de Douglas voor het eerst geïmporteerd en aangeplant in 1844 door de heer J.H. Schober, die het Pinetum Schovenhorst in Putten stichtte. 

Het hoogste in de VS groeiende exemplaar is precies 100 meter hoog. In de negentiende en begin twintigste eeuw zijn echter zeer veel Douglas-oerwouden omgehakt in een woedende honger naar hout. Er zijn toendertijd zelfs exemplaren van 120 m hoogte gemeten, hoger dan alle nu levende individuen van de Kustsequoia of Coast Redwood, Sequoia sempervirens, die met 115,61 m nu de hoogste boomsoort op aarde is. Nog steeds worden oerwouden met Douglas en andere reuzenconiferen gekapt in Canada en de VS. De Douglasspar is al decennia lang de belangrijkste houtproducent van Noord Amerika.

Home NL Versie----Inhoud-----Apeldoorn-----Eik-----Hoge Bomen-----Home English Version