De Iep - The Elm

In the watermeadows of the river Elbe in Germany remnants of riverine forests grow, made up of Oak, Elm, Field Maple, Black Poplar and Willow. On this photo of May 2001  several  Elms can be seen dying of Dutch Elm Disease (DED). This disease in the twentieth century has killed a great part of the Elm populations of Britain and Europe. This has been an enormous loss for the landscape in many countrees: Elms were among the most important trees with great ornamental quality. Most of the remaining Elms are probably White Elms, Ulmus laevis, wich has a better resistance against DED. Of the other species growing here, the Smooth-leaved Elm, most individuals have died already.  

Een stervend Iepenbestand in mei 2001 in de Elbe-uiterwaarden van het Elbholz , Duitsland, laat de gevolgen zien van de iepenziekte. De iepenziekte wordt vaak overgebracht door de Iepenspintkever. Deze draagt de ziekte over tijdens vraatactiviteiten in de okselknoppen van gezonde iepen. De kevers dragen een de sporen van een schimmel bij zich, Ophiostoma ulmi, dat in de houtvaten van iepen groeit waardoor deze verstopt raken. Hierna verwelken de bladeren en sterft de boom. 
Een tweede verbreidingswijze van de iepziekte vindt plaats door wortelcontact tussen aangrenzende iepen. 
In het begin van de twintigste eeuw waren de verschillende Iepensoorten nog zeer markant aanwezig in het landschap van West- en Midden-Europa en ook de Verenigde Staten van Amerika. Van deze bestanden is in twee pandemieën sinds 1919 zeker negentig procent weggevaagd door de iepenziekte.
Iepen hebben een voorkeur voor tamelijk voedselrijke, vochthoudende en kalkrijke grond. Hierboven zien we een natuurlijke groeiplaats van Iepen, in een hardhout-ooibos, oftewel een bos op de hogere delen van de rivier - uiterwaarden, waar ze gemengd met eiken en essen groeien. Het gaat hier om twee soort Iepen, de Veldiep of Gladde Iep ( Ulmus minor / carpinifolia ) en de Steeliep of Fladderiep ( U. laevis ). De laatste lijkt als opgaande boom tegenwoordig algemener dan de Veldiep, waarschijnlijk doordat hij minder gevoelig is voor de iepenziekte. 
Wilde iepen zijn in Nederland nogal schaars. Wel zijn er populaties jonge veldiepen, maar deze worden merendeels regelmatig aangetast door iepziekte, zodat er weinig volwassen veldiepen te vinden zijn. Enkele zeer forse exemplaren staan in het landgoed Nieuw Amelisweerd bij Utrecht. 
Zie voor meer info over Duitse Iepen Duitsland 3.

Meer Elbholz Iepenfoto's:
aanklikken voor grotere foto"s


Elbholz-Iepen 1


Elbholz-Iepen 2

Elbholz-Iepen 3


Elbholz-Iepen 4

Hollandse Iep

Een typische Hollandse Iep van de variëteit die het meest werd aangeplant in Nederland, Ulmus x hollandica 'Belgica', in de polder Arkemheen bij Nijkerk. Deze variëteit is te herkennen aan de losse, vrij brede kroon met een heel regelmatige en verfijnde vertakking. In Nederland was de Hollandse Iep ( U. x hollandica 'Belgica' ), een in 1694 in België ontstane kruising tussen de Veldiep en de Ruwe of Bergiep ( U. glabra ) vanouds vooral een langs wegen en op dijken in het westen van het land aangeplante boom: het was de belangrijkste en fraaiste boom van het open landschap; helaas zijn de meeste van de oude Iepenrijen en -dijken verdwenen. De meestal veel minder fraaie en verfijnde Canadapopulieren zijn ervoor in de plaats gekomen. Daarnaast was de Iep ook een echte stadsboom. Vooral Amsterdam en Utrecht hadden een schitterend Iepenbestand, waar gelukkig nog het een en ander van over is, onder andere dankzij een intensieve bescherming. Met name langs de Amsterdamse grachten, in Utrecht en in Noord Hollandse lanen zijn nog vrij veel Belgica's te vinden.

De Fladderiep in Heure bij Borculo.
klik de foto aan voor een grote foto

Home Nederlandse Versie---Hollandse Iep---Duitsland 3--Duitsland 5--Links--Germany 2--Germany 3--Home English Version