De fladderiep van Heure, Borculo

Ten westen van Borculo (gemeente Berkelland) ligt het fraaie, besloten landschap van het landgoed Beekvliet. In het hier gelegen buurtschapje Heure staat één van de meest indrukwekkende iepen die ons land nog rijk is. Bovendien is het één van de weinige oudere exemplaren in Nederland van de inheemse steeliep of fladderiep (Ulmus laevis). Tot voor enkele jaren was op het bordje bij de Iep en op de lijst van de Bomenstichting te lezen dat het om een zgn. 'Vegeta' - iep zou gaan, een cultivar van de Hollandse Iep met de latijnse naam Ulmus x hollandia 'Vegeta'. De Engelsen noemen deze cultivar de 'Huntingdon-Elm'.


Echter, enkele jaren geleden is de boom bekeken door de bomendeskundige Bert Maes, die heeft geconcludeerd dat het om een steeliep gaat. Zowel op een nieuw bordje als in de lijst en publicaties van de Bomenstichting is de naam gewijzigd. De bloemen en vruchten hangen inderdaad aan lange steeltjes, kenmerkend voor de fladderiep, net als de extreem scheve bladvoet.
De fladderiep wordt minder aangetast door de iepziekte dan verschillende andere iepensoorten. Blijkens onderzoek is hij wel vatbaar voor de iepenziekteschimmel, maar de iepenspintkevers, die de schimmel overbrengen, schijnen de bast en de okselknoppen minder aantrekkelijk te vinden. De bomen kunnen waarschijnlijk wel ziek worden door wortelcontact met besmette iepen. Hoewel de fladderiep nogal zeldzaam is in Nederland, heeft deze inheemse soort hierdoor een beter toekomstperspectief dan de zeer gevoelige Hollandse Iep. In de Achterhoek, de Gelderse vallei en Zuid Limburg zijn overigens hier en daar in oude bosjes exemplaren van de fladderiep te vinden, soms als doorgeschoten hakhout.

De Iep van Heure is de op één na dikste van alle Iepen in ons land. Volgens het erbij geplaatste bordje, dat dezelfde gegevens vermeldt als de lijst van monumentale bomen van de Bomenstichting , is de Iep tussen 1830 en 1840 aangeplant. 
Het is een prachtig exemplaar met een volle, gezonde kroon en aan de zuidzijde fraaie laag reikende takken. De stam vertoont veel diepe groeven, zoals vaker bij iepen kun je spreken van plankwortels. Onderin is de stam hol aan het worden. De Iep vormt veel waterlot en worteluitlopers: de stam werd bijna aan het oog onttrokken door talrijke bladeren. 

Twee jaar geleden is het waterlot grotendeels verwijderd, maar het groeit snel weer aan.
Nabij deze iep staan een aantal jonge fladderiepen en iepjes, waarschijnlijk allemaal zaailingen van de oude boom, die geweldig veel zaad produceert. 
De meting van hoogte en omtrek is bij de inventarisatie voor de Monumentale Bomenlijst van de Bomenstichting eind 80-er jaren niet zeer zorgvuldig gebeurd: men vermeldt een hoogte van liefst 34 m ( zeer hoog voor een vrijstaande loofboom in onze streken) en een stamomtrek van 600 cm. De boom is sindsdien beslist niet beschadigd in de kroon, maar blijkt na meting met een Vertex digitale boomhoogtemeter niet hoger dan 24,5 m, nog altijd respectabel voor een vrijstaande boom. De omtrek zal sinds eind jaren tachtig zeker zijn toegenomen , maar blijkt nu pas 580 cm op borsthoogte (130 cm boven de bodem). De eigenaar, de heer Gelderman, tevens eigenaar van Landgoed Beekvliet, is terecht zeer trots op deze boom en laat hem goed verzorgen

Tenslotte nog een foto van 14 januari 2008. De iep staat er goed bij. Heeft een zeer goed vertwijging; er zijn wel enige wonden door uitgebroken en afgezaagde takken, maar deze worden goed overgroeid. 

Andere fladderiepen zijn te vinden in Eefde: twee flinke exemplaren aan de Zutphense Weg tegenover de Beeklaan, in Vorden links aan het begin van de oprijlaan van Kasteel Vorden en in enkele houtwallen rond het kasteel en in Eibergen, een groep van 17 laanbomen aan de Haaksbergse weg. Deze in 1900 aangeplante groep is heel fraai en bestaat uit zeer gezonde bomen. In Zuid-Limburg zijn ook meerdere grote fladderiepen te vinden nabij Neercanne. 

terug naar Iep---------Home