Bomenwandeling Zutphen 21:
Paardekastanje bij Hanzehof en Beuken in het Slingerbosch

Een van de meest markante en apart gevormde bomen van Zutphen is deze Paardekastanje bij de Hanzehof. De kandelabervorm en het plotseling ophouden van de stam opruim twee m hoogte wekken de indruk dat de hoofdstam ooit is afgebroken. Met zijn negen breed uitgestoken armen is deze boom voor veel Zutphenaren een geliefd herkenningspunt. Helaas concludeerde een boomverzorgingsbedrijf bij inspectie dat de kastanje een risico vormde, waarna de gemeente een kapvergunning aanvroeg. 

De Bomenstichting heeft vervolgens informatie ingewonnen bij diverse andere boomdeskundigen. Deze stelden dat de gemeente afdoende maatregelen kan nemen om het risico op ongelukken sterk te verkleinen: een vrij lichte kroonsnoei kan het gewicht van de armen verminderen. Bovendien kan een nieuwe verankering met flexibele banden, verbonden door een centrale ring, de eventuele val van een van de armen afdoende afvangen. Daarnaast kan de gemeente ook een bordje plaatsen, desnoods een hekje rond de boom, en de fietsenstalling onder de takken, verwijderen of verplaatsen.
Dat deze boom niet zo zwak is blijkt wel uit het feit dat hij de zware storm van 27 oktober 2002 heeft doorstaan. Van een andere, niet door de gemeente gewantrouwde kastanje er vlakbij, is wel een grote tak afgescheurd.....

Op 18 april 2005 is eindelijk het besluit van B & W bekend gemaakt dat men de kapvergunning intrekt en de boom zal sparen. Een aantal door BTL Bomendienst voorgestelde maatregelen zal worden uitgevoerd om de overlevingskansen van de kastanje te vergroten.

De kastanje op 5 oktober 2007: de kroon is fors gesnoeid, nu niet zo fraai, maar de boom zal zich in de volgende seizoenen snel herstellen. Dit omdat deze boom van oorsprong is gekandelaberd, waarna de takken weer zijn uitgegroeid. In dergelijke gevallen dient het terugnemen van de kroon regelmatig te worden herhaald. Dit was nu al enkele decennia niet gebeurd, zodat de takken te lang en te zwaar werden, met risico op uitbreken. Ook schuurden takken tegen het gebouw aan. 

De Paardekastanje is sinds 1600 in Nederland en heel Europa aangeplant en buitengewoon populair als park- en stadsboom vanwege het fraaie, handvormig samengestelde blad, de imposante vorm van de oudere bomen, de grote, kenmerkende zaden (kastanjes) en vooral de uitbundige bloei ('kaarsen') in mei. De soort komt in het wild in Albanië, Griekenland en de Kaukasus voor.

Net als veel Paardekastanjes heeft dit exemplaar de laatste jaren last van de Kastanjemineermot. Dit is een uit Zuid-oost Europa afkomstig klein motje, dat zijn eieren legt in de bladeren van Paardekastanjes en de laatste jaren aan een opmars naar Noord-West Europa is begonnen. De larven vreten gangen in het blad, dat hierdoor lelijke bruine vlekken krijgt. De aangetaste kastanjes zien er vanaf eind juli steeds triester uit en laten in de loop van augustus veel blad vallen: in september zijn sommige exemplaren al volledig kaal. Tot nu blijken de meeste kastanjes deze aantasting wel te overleven. Het zal echter zeker een aanslag zijn op de conditie; de bomen kunnen beduidend minder reservevoedsel opslaan en zullen het volgend seizoen verzwakt beginnen. Als de Kastanjemineermot meerdere jaren achtereen toeslaat zullen kastanjes het moeilijk krijgen en bevattelijk zijn voor andere belagers.

Om de motten te bestrijden kunnen de afgevallen bladeren worden opgeruimd en verbrand of begraven.

Een nog recentere en ernstiger bedreiging voor Paardekastanjes wordt gevormd door de zogenaamde bloedingsziekte, nu gewoon kastanjeziekte genoemd. Deze werd in de zomer van 2002 voor het eerst ontdekt in het westen en noordwesten van het land, waar bij verscheidene paardekastanjes bruine vlekken op de stam werden gezien, waar vocht uit kwam. Een deel van deze bomen stierf binnen korte tijd. In de loop van 2004 heeft de ziekte zich over grote delen van het land verspreid. De ziekte was aanvankelijk een groot mysterie. Om de problemen van de nieuwe kastanjeziekte snel in beeld te brengen en aan te pakken is de werkgroep Aesculaap opgericht. Deze doet onderzoek naar de oorzaak van de ziekte en naar mogelijkheden om deze te bestrijden en onderhoudt contacten met tal van boombeheerders en - verzorgers.
Het Ministerie van LNV heeft in 2005 een  onderzoeksbudget van € 275.000,- toegezegd. Dit bedrag is besteed aan onderzoek naar de veroorzaker van de bloedingsziekte en naar methoden om de ziekte tot stilstand te brengen bij al aangetaste paardekastanjes. 
In 2006 is helder geworden dat de ziekte wordt veroorzaakt door een bacterie uit de Pseudomonas syringae-groep. Er wordt nu naarstig onderzoek gedaan naar behandelmethoden. In december 2007 zijn er verschillende bedrijven en onderzoekers met claims voor behandelmethoden, maar er zijn nog geen eenduidige onderzoeksresultaten. Wel wijst onderzoek uit dat bomen met een goede conditie minder worden aangetast. Vooral de opname van stikstof uit de bodem lijkt daarbij een rol te spelen. Onderzocht wordt ook welke stressfactoren eventueel invloed hebben op het verloop van de ziekte. 

Voor meer actuele informatie zie de website van Aesculaap:  http://www.kastanjeziekte.wur.nl/  
en van de Bomenstichting: 
http://www.bomenstichting.nl .

Beuken in het Slingerbosch

Direct achter de Hanzehof ligt een oud bosje dat het Slingerbosch wordt genoemd. Het is eind 18e eeuw ontstaan door aanplant op de wal net binnen de Lunettengracht, die hier in de 17e eeuw ter verdediging van Zutphen was aangelegd. Enkele zware beuken en een dubbele rij lindes stammen nog uit de eerste helft van de negentiende eeuw, waaronder deze kapitale Bruine Beuk (hoogte 32 m, omtrek 440 cm).

Hier de markante voet van de zware Bruine Beuk , op een hellinkje net achter de Hanzehof. Duidelijk is een wond te zien met daarin een parasitaire paddestoel: ik vrees dat deze beuk het niet erg lang meer zal maken. De andere beuken zijn groen; één daarvan wordt in de winter van 2007-2008 gekapt vanwege ernstige aantasting door zwammen.

terug naar Zutphen----------Home Nederlandse Versie