Millennia oude eiken? Veluwse "duizendjarige" eiken blijken minder oud.


foto Harry Cock-De Volkskrant

" Een oereik in de Wilde Kamp bij Garderen op de Veluwe. De meters dikke stam bevindt zich onder de grond. "

Berichten in de pers.
Deze foto stond, met dit onderschrift, op 18 december 2001 in De Volkskrant met een artikel over recent ontdekte oude bomen op de Veluwe.
Op 17 december stond er al een gelijksoortig artikel in het NRC onder de titel "Oerbos op de Veluwe".
Al op 3 september 2001 had het Utrechts nieuwsblad het nieuws gebacht dat Het Gelders Landschap De Veluwe wil laten plaatsen op de werelderfgoederenlijst omdat de Veluwe veel eeuwenoude eiken rijk is, waarvan sommige al tweeduizend jaar oud zouden zijn.

Achtergrond.
In opdracht van de Provincie Gelderland hebben onderzoekers van Ecologisch Adviesbureau Maes en de Stichting BRONNEN ( centrum voor de verspreiding van inheemse houtige gewassen) waaronder Bert Maes en Chris Rövekamp onderzoek gedaan naar het voorkomen van oude inheemse bomen op de Veluwe. Ze zijn daarbij tot de verrassende conclusie gekomen dat er zeer oude hakhoutbomen voorkomen op de Veluwe, met name beuken maar vooral eiken.
Er blijken volgens hen nog flinke oppervlakten hakhout te zijn die mogelijk daterem uit vroeg Middeleeuwse of misschien zelfs Romeinse tijden. Sedert die tijd werden bomen nabij de bodem regelmatig gekapt ten behoeve van brandhout en schors voor looizuur. De stronken, ook wel stobben of stoven genoemd, liepen steeds opnieuw weer uit. Na tien tot vijftien jaar werden de stammetjes weer afgezet. De stobben en de wortelstelsels groeien heel langzaam in de breedte uit en krijgen door deze hakhoutmethode bijkans het eeuwige leven.( Opgaande bomen worden op den duur kwetsbaar voor door schimmels en insecten bevorderde houtrot, dat de stam verzwakt. De grote hoogte maakt ze bovendien kwetsbaar voor stormen. Hierdoor zijn opgaande loofbomen van meer dan 400 - 600 jaar oud erg zeldzaam.)
Op de Veluwe is het exploiteren van hakhout plaatselijk doorgegaan tot de veertiger jaren van de twintigste eeuw. Sindsdien zijn de stobben uitgelopen en dragen nu stammen van zo'n zestig jaar tot ruim 100 jaar oud. Men spreekt daarbij van spaartelgen: per stobbe heeft men dan één stammetje laten uitgroeien tot boom.
Bij de hier bedoelde eeuwenoude stoven is er blijkbaar iets anders gebeurd: de stoven zijn eeuwenlang in de breedte gegroeid maar steeds weer afgezet nabij de grond. De individuele stoof had na een eeuw een diameter van enkele decimeters tot een meter. Men liet er meerdere stammetjes uitgroeien. Na enige eeuwen verviel blijkbaar het bovengrondse verband tussen de verschillende stammetjes, die nog wel uit het gemeenschappelijke wortelstelsel groeiden. Het geheel groeide langzaam door tot er na meerdere eeuwen en tientallen malen afzetten van het hakhout een meters brede stoof was ontstaan.

Omdat er bij deze oude hakhoutstoven geen sprake is van een zichtbare dikke stam viel het tot voor kort niemand op dat ze soms van enorme omvang zijn. De onderzoekers denken nu dat bijvoorbeeld bovenstaand groepje zomereikenstammen in de Wilde Kamp bij Garderen is gegroeid uit één individuele hakhoutstronk. Deze is blijkbaar op den duur weggerot, alleen de genetisch identieke stammen en het wortelstelsel zijn nog aanwezig. Het lijkt er niet op dat de stammen ondergronds verbonden zijn door één onderstam. De stoof bij Garderen heeft een omtrek van 25 meter. Ook bij Maanschoten in het Kootwijkerzand zijn vele deels ondergestoven eikestoven te vinden, zowel van zomer- als wintereik als van kruisingen. Twee exemplaren hebben zelfs een omvang van dertig tot zesendertig meter! In haar dissertatie heeft E. Bakker (2001) onomstotelijk aangetoond dat de verschillende individuele stammen van wat kleinere, maar vergelijkbare stoven op de Leusder Heide en de Meinweg zowel morfologisch als genetisch identiek zijn ofwel behoren tot één genetisch individue; ook in België is dit voor eikenhakhout op diverse locaties bewezen (Coart et al, 2002). De stoven van Garderen en Maanschoten worden op dit moment eveneens genetisch onderzocht. Dergelijke stoven zijn wellicht 1500 à 2000 jaar oud. Bert Maes stelt zelfs dat het mogelijk is dat zo'n stoof al uit de ijzertijd stamt en misschien 3000 jaar oud is !

Een andere eikencluster op de Wilde Kamp. Bij verschillende van deze clusters is nu aangetoond dat het om exemplaren van hetzelfde individu gaat: er is sprake van een kloon. De bovengrondse stammen zijn ongeveer 80 jaar oud, de ondergrondse delen tot 180 jaar. 

Nieuwe informatie december 2007.
Er is naar de eikengroepen op de Wilde Kamp bij Garderen onderzoek gedaan door een team van onderzoekers van Wageningen Universiteit en de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten in opdracht van Geldersch Landschap.  Hun rapport is gepubliceerd op 12 december 2007. Hun conclusie is dat deze eikenclusters stammen uit de tweede helft van de 18e eeuw of begin 19e eeuw. "De uitbreiding van de clusters is hoofdzakelijk tot stand gekomen doordat horizontaal groeiende takken de grond hebben geraakt en wortels zijn gaan vormen." 

Zie een samenvatting op: http://www.groeneruimte.nl/nieuws/artikel.html?id=84328 

http://www.nu.nl/news/1352901/89/'Duizendjarige'_eiken_eeuwen_minder_oud.html

Veluwse "duizendjarige eiken" zijn eeuwenoud en van cultuurhistorische waarde

12 december 2007

De omvangrijke groepen van eikenbomen op de Veluwe, die eerder zijn aangemerkt als "duizendjarige eiken", blijken te stammen uit de tweede helft van de 18e eeuw. Hoewel zij geen duizend jaar oud zijn, kunnen de markante bomen, gezien hun ontstaansgeschiedenis, aangemerkt worden als onderdeel van het nationaal cultureel erfgoed. Tot die conclusie komt een team van onderzoekers van Wageningen Universiteit en de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap, en Monumenten in onderzoek in opdracht van Het Geldersch Landschap. Daarmee is het mysterie van 'duizend jaar oude eiken’ op de Veluwe ontrafeld.

De eikenclusters in het natuurgebied de Wilde Kamp bij Garderen op de Veluwe zijn door de onderzoekers onderworpen aan een interdisciplinair onderzoek met vragen als: Hoe oud zijn de bomen werkelijk? Stammen ze van één individu af? Hoe zijn de eikenclusters ontstaan? En welk beheer is nodig om deze bijzondere eiken in de toekomst in stand te houden? Het team van acht onderzoekers uit zeven vakgebieden bepaalde met DNA-onderzoek de onderlinge verwantschap, en combineerde jaarringonderzoek met archeologische opgravingen, C14-dateringen en stuifmeelonderzoek.

Onderzoek aan DNA van een aantal grote eikenclusters heeft laten zien dat de meeste clusters bestaan uit één of enkele groepen van genetisch identieke stammen. Zij zijn dus ontstaan via vegetatieve vermeerdering vanuit één of een beperkt aantal moederbomen.

De hoge leeftijdschatting voor de eikenclusters was gebaseerd op het idee dat de groepen van eiken zouden zijn ontstaan door vele eeuwen van hakhoutbeheer. De stammen in de eikenclusters tonen echter niet de kenmerken van een langdurig hakhoutbeheer, zoals verdikte stamvoeten. Daarentegen zijn ondergrondse verbindingen tussen de stammen aangetroffen die ooit als takken begonnen te groeien maar later begraven raakten. Dit is zichtbaar in de anatomie van het hout. De uitbreiding van de clusters is hoofdzakelijk tot stand gekomen doordat horizontaal groeiende takken de grond hebben geraakt en wortels zijn gaan vormen. Zulke 'afleggers' ontstaan als vee regelmatig eikenstruiken afgraast. De knoppen aan de laagste takken worden het minst gegeten, waardoor takken vooral horizontaal kunnen uitgroeien. De vorming van afleggers doet zich nog steeds voor in begraasde natuurgebieden met eikenopslag in de heide.

De oudste ondergrondse structuur die is aangetroffen dateert van rond 1826. Ook twee C14 dateringen van wortelhout geven een 19de eeuwse oorsprong aan. Het is waarschijnlijk dat de moederbomen, waaruit de eikenclusters zijn ontstaan, rond de tweede helft van de 18de eeuw op de toenmalige heide uit eikels zijn ontkiemd. Ze zijn zeker geen duizend jaar oud.

Het onderzoek op de Wilde Kamp heeft nieuwe inzichten opgeleverd over de ontstaansgeschiedenis van de Veluwse bossen en over de wisselwerking tussen mens en natuur in het verleden. De eikenclusters zijn in een heidelandschap ontstaan en hebben hun verschijningsvorm te danken aan de intensieve begrazing door vee. Het onderzoek aan de eikenclusters toont volgens de onderzoekers ook aan dat naast het creëren van de noodzakelijke voorwaarden voor spontaan te ontwikkelen nieuwe natuur, in het te ontwikkelen Natura2000-beleid veel meer aandacht dient te komen voor het zorgvuldige beheer van historische bosecosystemen. Zo kunnen veel zeldzame plant- en diersoorten op duurzame wijze worden behouden voor de toekomst.

Het natuurterrein de Wilde Kamp ligt op de stuwwal van de West-Veluwe bij Garderen. Het gebied werd al in de late prehistorie bewoond, wat onder meer blijkt uit de fraaie grafheuvels in dit gebied. De naam Wilde Kamp verwijst naar een ovaalvormige kampontginning die in de 12e eeuw is aangelegd in een open eikenbos met een ondergroei van grassen en heide. Deze ontginning is ook tegenwoordig nog te herkennen door de zandwal die het gebied omringt. Halverwege de 19de eeuw is het gebied binnen de wal ingeplant met eik en beheerd als hakhout. De onderzochte eikenclusters liggen alle buiten de wal, in een gebied dat vanaf het begin van de 19de eeuw als heide gedocumenteerd is.

Meer informatie: dr.ir. Jan den Ouden (Bosecologie en bosbeheer, Wageningen Universiteit), tel. 0317 478034, jan.denouden@wur.nl, bij prof.dr. Theo Spek, (RACM), tel. 06-20136689, T.Spek@Racm.nl of bij Jac Niessen, wetenschapsvoorlichter Wageningen UR, tel. 0317 485003, jac.niessen@wur.nl.

Rapport: Den Ouden, J. en Th. Spek (ed.), 2007. Ontstaanswijze van eikenclusters in het natuurterrein de Wilde Kamp bij Garderen: Landschapsgeschiedenis, bodemontwikkeling en vegetatiegeschiedenis. Rapportage Archeologische Monumentenzorg 131B, Wageningen/Amersfoort.

Gezamenlijk persbericht: Wageningen Universiteit - Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap, en Monumenten – Stichting Het Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen, 12 december 2007.

Eikencluster bij Maanschoten, nabij Kootwijk.

Het wortelstelsel van deze eikengroep heeft stuifzand vastgehouden, zodat er een stuifduin is ontstaan. De laagte er omheen is juist uitgestoven.
Maes en BRONNEN doen onderzoek naar autochtone houtgewassen. 

Literatuur:

Bakker, E.G. 2001. Towards molecular tools for management of oak forests. Genetic studies on indigenous Quercus robur L. and Q. petraea (Matt.) Liebl. Populations. Doctoral thesis, RU Wageningen.

COART, E.; LAMOTE, V.; DE LOOSE, M.; VAN BOCKSTAELE, E. ; LOOTENS, P.; ROLDAN-RUIZ, I. (2002). AFLP markers demonstrate genetic differentiation between two indigenous oak species (Quercus robur L. and Quercus petraea (Matt.) in Flemish populations. Theoretical and Applied Genetics, 105: 431-439.

Dr.K.Leenders: Ook oude bomen in Noord-Brabant, 05-04-2002, internet.

Bert Maes: Hakhoutbomen, een bijzonder cultuurverschijnsel. Bomennieuws 4 - winter 1998.

Jan den Ouden en Theo Spek (ed.) 2007. Ontstaanswijze van eikenclusters in het natuurterrein De Wilde Kamp bij Garderen: Landschapsgeschiedenis, bodemontwikkeling en vegetatiegeschiedenis. Rapportage Archeologische Monumentenzorg 131B. 

CH.Rövekamp & B.Maes: Inheemse bomen & struiken op de Veluwe - Autochtone genenbronnen en oude bosplaatsen Rapport in opdracht van de provincie Gelderland. WCL Veluwe juli 2002.

CH.Rövekamp & B.Maes: Autochtone bomen en struiken: de basis voor biodiversiteit. Vakblad Natuurbeheer, mei 2002 nr.4.

Artikel 12-12-2007:  Veluwse 'duizendjarige eiken' zijn van cultuurhistorische waarde. http://www.groeneruimte.nl/nieuws/artikel.html?id=84328 

http://www.nu.nl/news/1352901/89/'Duizendjarige'_eiken_eeuwen_minder_oud.html

http://vroegevogels.vara.nl/nieuws-item.167.0.html?&tx_ttnews[backPid]=123&tx_ttnews[pS]=1197469803&tx_ttnews[tt_news]=344365&cHash=7e8873d197

Artikel "Millennia-oude eiken", Gelders Dagblad, 01-09-2001.

Artikel " Plukje stammen blijkt krasse kolos " , De Volkskrant, 18-12-2001. 

Home Nederlandse versie ----- Inhoud van deze website ----- Eik ----- Levensduur van Bomen ----- Home English Version